verzekeringen in de ouderwerking

over verzekeringen in de oudervereniging

hoe zit dat juist?

Ouder/vrijwilligers zetten zich op allerlei manieren in voor de school:  

  • via een oudervereniging of ouderraad,  
  • als helpende handen bij een activiteit of  
  • als vrijwilliger van de school, bijvoorbeeld door één keer per week over de middag de bibliotheek op te houden.  

Maar wat als er iets misgaat? Wie is dan verzekerd en wie moet dit regelen? 

In dit artikel lees je hoe de verzekeringen geregeld zijn voor ouderwerkingen in het stedelijk, gemeentelijk en provinciaal onderwijs. We leggen uit wat een schoolpolis meestal dekt, wanneer een extra verzekering nodig is, wat de rol is van de gemeente en welke verplichtingen gelden volgens de wet. 

Wat dekt de schoolpolis?

 Een oudervereniging heeft een sterke link met de school. Deze link staat omschreven in het huishoudelijk reglement van de oudervereniging. Aan de andere kant erkent het schoolbestuur de oudervereniging van de school. Door deze link tussen de organisaties is het in de meeste gevallen niet nodig om als oudervereniging verzekeringen af te sluiten voor activiteiten die georganiseerd worden in functie van de school en de verbinding tussen ouders en school. De schoolpolis komt in de meeste gevallen tussen als het gaat over burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen. Laten we dit van dichterbij bekijken. 

De meeste schoolpolissen voorzien een verzekering voor: 

  • Burgerlijke aansprakelijkheid (BA) betekent dat je verzekerd bent voor schade aan anderen die je onbedoeld veroorzaakt tijdens een erkende activiteit. Voorbeeld: je morst koffie over de laptop van een andere ouder/vrijwilliger tijdens het klaarzetten van een infoavond. 
  • Lichamelijke ongevallen (LO): als een ouder/vrijwilliger zelf gewond raakt tijdens zo’n activiteit, dekken dus letsels die je zelf oploopt tijdens een erkende activiteit. Voorbeeld: je verzwikt je enkel tijdens het ophangen van versiering in de turnzaal. 

Let op: Deze verzekeringen gelden alleen als de activiteit erkend is als onderdeel van het schoolleven. 

Een verzekering is dus vaak voorzien, maar ze geldt enkel als de activiteit onder het schoolleven valt. Hoe weet je of dat zo is? 

.

Wanneer heb je een extra verzekering nodig?

Een bijkomende verzekering is nodig als je werkt als feitelijke vereniging of vzw en activiteiten of acties organiseert onder eigen verantwoordelijkheid. In dat geval sluit je best een eigen BA- en ongevallenverzekering af voor de ouder/vrijwilligers en eventueel ook voor deelnemers. Omdat het doel van de ouderwerking vaak het ondersteunen van de school en het verbinden van ouders en school is, zal dit in de praktijk meestal niet nodig zijn. Het zou jammer zijn om onnodige kosten te maken voor een dubbele verzekering, terwijl dat geld beter kan worden besteed aan de werking en doelen van de oudervereniging. 

Wanneer valt een activiteit onder het schoolleven?

Een oudervereniging valt onder de schoolpolis als de school de activiteit erkent als schoolactiviteit. De directie of het schoolbestuur moet daarvoor akkoord zijn. 

Hoe toon je aan dat een activiteit erkend is? 

  • Vraag op voorhand toestemming of bevestiging aan de directie. 
  • Vermeld in je communicatie duidelijk dat het om een samenwerking gaat tussen de school en de ouderwerking. 
  • Leg afspraken vast in het huishoudelijk reglement of neem ze op in een vergaderverslag. Dat helpt als bewijs bij schadegevallen. 

Als de activiteit erkend is door de school, valt dit in de meeste gevallen automatisch onder de schoolpolis. 

Het is daarbij handig dat iemand binnen de oudervereniging – bijvoorbeeld de voorzitter of penningmeester – het aanspreekpunt is voor het contact met de school over dit onderwerp. 

Geldt de verzekering ook buiten school en buiten de activiteit zelf? 

In veel schoolpolissen is de dekking plaats- en tijdsonafhankelijk. Dat betekent dat ouder/vrijwilligers vaak ook verzekerd zijn in volgende situaties – zolang de activiteit erkend is als schoolleven: 

  • Een ouder/vrijwilliger die de dag voor het schoolfeest drank en koekjes gaat halen. 
  • Een ouder/vrijwilliger die ’s avonds tafels komt klaarzetten in de refter. 

 

Twijfel je? Vraag de school of jouw engagement onder de polis valt, en bekijk indien nodig samen de polisvoorwaarden. De school beschikt over een kopie van de schoolpolis; je kan die opvragen via de directie of administratief verantwoordelijke. Let op: polissen kunnen jaarlijks wijzigen. Vraag dus zeker naar de meest recente versie. 

Wat met gemeentelijke vrijwilligersverzekering?

Gemeenten kunnen de verzekeringsregeling voor ouder/vrijwilligers op een iets andere manier organiseren. Vraag daarom altijd bij je lokale bestuur en school na hoe het in jouw gemeente of stad geregeld is. Zo vermijd je verrassingen en weet je zeker of je engagement verzekerd is. 

Let op: bij sommige gemeentelijke vrijwilligersverzekeringen moet de ouder/vrijwilliger op voorhand geregistreerd zijn (bijvoorbeeld in het huishoudelijk reglement of een registratielijst). Vraag bij je gemeente na hoe dat precies geregeld is. 

Alle scholen in het stedelijk, gemeentelijk en provinciaal onderwijs vallen onder een schoolbestuur van het lokaal bestuur. Dat betekent dat de schoolpolis en eventuele aanvullende gemeentelijke vrijwilligersverzekeringen geregeld worden via dat bestuur. 

De gemeentelijke vrijwilligersverzekering is in de praktijk vooral van toepassing op ouder/vrijwilligers die meewerken aan schoolactiviteiten via de oudervereniging. Deze verzekering dekt meestal: 

  • burgerlijke aansprakelijkheid (BA), 
  • lichamelijke ongevallen (LO), 
  • en in sommige gevallen ook rechtsbijstand. 

Ze geldt enkel voor activiteiten of functies die het lokaal bestuur erkent als vrijwilligerswerk. Ouder/vrijwilligers die zetelen in adviesraden zoals de ouderraad of schoolraad vallen onder de dekking van de schoolpolis, op voorwaarde dat die raden formeel erkend zijn. 

Twijfel je of jouw engagement gedekt is? Vraag het na bij de directie van de school of bij de dienst onderwijs van het lokaal bestuur. 

Wat zegt de wet op het vrijwilligerswerk?

De Wet op het Vrijwilligerswerk (3 juli 2005) is van toepassing op alle ouderwerkingen die werken met vrijwillige inzet. Ze beschermt ouder/vrijwilligers én legt enkele verplichtingen op aan de organisatie. 

De ouderwerking moet: 

  • Er rekening mee houden dat de vrijwilligerswet geen onderscheid maakt tussen leden en niet-leden: ook niet-leden die zich vrijwillig inzetten moeten verzekerd zijn. 
  • De ouder/vrijwilliger informeren over: 
  • het doel van het vrijwilligerswerk 
  • de risico’s en verzekering(en) 
  • het vertrouwelijk omgaan met gegevens 
  • eventuele kostenvergoedingen 
  • Een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid voorzien (verplicht voor vzw’s). 

Deze verzekering hoeft niet altijd apart afgesloten te worden: als de activiteit erkend is als schoolleven, valt ze vaak automatisch onder de schoolpolis. Zorg er dus voor dat de school op de hoogte is en de activiteit formeel erkent. 

Praktische tips bij schade of ongeval

  • Bij lichamelijke ongevallen dekt de schoolpolis meestal enkel het remgeld en sommige bijkomende kosten, nadat de mutualiteit tussenkwam. Vraag bij twijfel een overzicht van de dekking op bij de school. 
  • Voor een schadeaangifte bij lichamelijk letsel is een medisch attest verplicht. Zorg dat dit tijdig ingevuld wordt. 
  • De aangifte van schade of ongeval gebeurt meestal via de school. Breng de directie dus zo snel mogelijk op de hoogte. 
  • Zorg dat je een up-to-date ledenlijst hebt en een lijst met extra vrijwilligers (helpende handen) per activiteit. 

"Wie goed afspreekt en zich informeert, betaalt niet dubbel en blijft gerust."

contactgegevens

Wil je meer weten over de regelgeving van ouderwerkingen, neem dan contact op met KOOGO via de contactpagina

nuttige koogo-links

Volg de gratis basisvorming van KOOGO voor meer inzichten over de organisatie van je ouderwerking.

Zoektermen: verzekering, oudervereniging, vrijwilligers, schoolpolis

Winkelwagen
Scroll naar boven